De Amsterdamse corporaties willen voorkomen dat ze extra woningen moeten verkopen en rekenen op volledige compensatie uit Den Haag voor de gederfde huurinkomsten. Corporaties staan schouder aan schouder met hun huurders in hun roep om hun bestaanszekerheid te verbeteren. Dit lukt niet als er geld verdwijnt bij een sector die er is voor de huurders met een kleine portemonnee.
In december 2024 hebben de woningcorporaties met minister Keijzer afspraken gemaakt (tijdens de Woontop) om de huren in 2025 niet met 6,1% te verhogen maar met maximaal 4,5%. Met dit akkoord dachten ze zekerheid te hebben voor de broodnodige lange-termijninvesteringen in nieuwbouw, verduurzaming, onderhoud en renovatie. Ongeveer vier maanden nadat ze deze afspraak hebben gemaakt, zet de coalitie er alweer een streep door.
“Het functioneren van de Amsterdamse corporaties komt ernstig in gevaar bij huurbevriezing. We verwachten hiervoor dan ook volledige compensatie uit Den Haag”, zegt Anne-Jo Visser, directeur-bestuurder van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties. “Het is een keuze die je eigenlijk niet wilt maken. Huurders hebben recht op een goed onderhouden woning en een fijne buurt. Het is onbestaanbaar dat je afspraken maakt met de overheid die vier maanden later weer de prullenbak in kunnen”.
Opschorten prestatieafspraken
In het voorjaar van 2024 zijn de corporaties met de gemeente Amsterdam en de Federatie Amsterdamse Huurderskoepels in het kader van de prestatieafspraken overeengekomen alleen in heel specifieke gevallen woningen te verkopen. Als de huurbevriezing blijft staan en als de overheid het effect daarvan niet volledig compenseert, dan rest de corporaties niets anders dan af te wijken van die afspraken.
Dat betekent ook dat de Amsterdamse corporaties deze prestatieafspraken en die op nationaal niveau zullen opschorten, totdat volledige compensatie is toegezegd. De corporaties onderzoeken welke juridische stappen ze kunnen ondernemen tegen de nationale overheid voor het niet nakomen van haar afspraken.
